CM-brancheverenigingen organiseren
een tegengeluid
De positie van de schuldeiser erodeert
De positie van de schuldeiser wordt steeds verder gemarginaliseerd, aangevuurd door allerlei onderzoeken die in het afgelopen jaar gepubliceerd zijn over de schuldenproblematiek. Daarin speelt de (bescherming van de) schuldeiser geen rol van betekenis. Waar de wetgever de intentie had om te borgen dat een leverancier krijgt waar hij/zij recht op heeft en die zekerheid de basis vormt voor ons economisch verkeer, wordt die bescherming nu systematisch verlegd naar de consument ten koste van de leverancier. De vier belangrijkste creditmanagementbrancheorganisaties – KBvG, NVI, VCMB en VVCM – vinden het hoog tijd dat de balans wordt hersteld.
Er is – terecht – veel aandacht voor de bescherming van de debiteur/schuldenaar bij de bestrijding van problematische schulden en armoede. Dat resulteerde in de vereenvoudigde beslagvrije voet, het vernieuwde beslag- en executierecht, aanstaande regelgeving om de incassobranche te reguleren, de ambtshalve toetsing van vorderingen door de rechtspraak voor consumentenbescherming, onrealistische schuldsaneringsvoorstellen en het publieke verzoek van de staatssecretaris van Financiën aan private partijen om hun vorderingen op slachtoffers van de toeslagenaffaire kwijt te schelden.
In het armoede- en schuldenbeleid is echter te weinig aandacht en waardering voor de positie en bijdrage van de schuldeisers en professionele creditmanagementbedrijven. Hun kennis, systemen en ervaring, over schulden en met schuldenaren, worden structureel genegeerd in de beleidsvorming. Het Ministerie van Economische Zaken onttrekt zich volledig aan de discussie over de brede schuldenproblematiek, waardoor de belangen van de schuldeiser in het debat niet vertegenwoordigd worden. De overheid lost de schuldsanering grotendeels op met geld van de private schuldeisers, zonder rekening te houden met de consequenties daarvan voor de continuïteit van het mkb en de daarmee samenhangende werkgelegenheid. Het risico dat schuldsanering op die manier meer kost dan het oplevert, is manifest.
Ambtshalve toetsing
Ook in de rechtspraak is de consumentenbescherming doorgeslagen door de – deels voorgenomen – ambtshalve toetsing. Die verplicht de leverancier om voor een gerechtelijke incasso uitgebreid te documenteren hoe de koopovereenkomst tot stand is gekomen. Daarbij moet ook de facturering, aanmaning en invordering van elke vordering onderbouwd worden met de gebruikte documenten. In meer dan 85% van alle kantonzaken wordt het vonnis bij verstek gewezen. Omdat er geen discussie is over de betalingsverplichting. De administratieve lastendruk die dit met zich meebrengt, wordt wederom bij de schuldeiser (en zijn creditmanagementpartners) gelegd.
Effectiviteit van de schuldhulpverlening
De effectiviteit van de schuldhulpverlening wordt in het debat niet of nauwelijks ter discussie gesteld. Er is geen zicht op de kosten. Geen zicht op de resultaten. Geen zicht op de kwaliteit. Schuldhulpverlening lost een korte-termijnprobleem op, ten koste van de private schuldeisers die het grootste deel van hun openstaande rekeningen moeten afschrijven. Zolang er geen centrale schuldendatabase is, ontbreekt het zicht op een half miljoen huishoudens met problematische schulden. Zo blijft het dweilen met de kraan open.
Ketensamenwerking
De rol en positie van de schuldeiser komt in onderzoeken en in het debat over de schuldenproblematiek niet of nauwelijks aan de orde. Door die eenzijdige benadering komt het nooit tot structurele oplossingen. Creditmanagementprofessionals kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan de oplossing van de schuldenproblematiek. Beschikbare data, bestaande infrastructuur en kennis van zaken worden genegeerd. Om vervolgens gesubsidieerd het wiel opnieuw proberen uit te vinden.
De rol van de overheid
De overheid is in haar invorderingsbeleid wetgever, uitvoerder en rechter tegelijk. Dat is een recept voor dictatoriale invordering waar de burger en de private ondernemer zich nauwelijks tegen kunnen wapenen. De overheid laat het als de grootste schuldeiser van Nederland afweten als het om maatschappelijke verantwoord incasseren gaat. De invorderingsmethoden die gebruikt worden, zijn disproportioneel en negeren de consequenties voor de schuldenaar en de andere private schuldeisers.
De overheid zadelt creditmanagementprofessionals op met wetgeving en regulering om de burger te beschermen, maar hoeft daar zelf kennelijk geen rekening mee te houden. De wettelijk verplichte beslagvrije voet wordt door de Belastingdienst reactief toegepast. Als de burger daar niet over klaagt, wordt er ingevorderd zonder het bestaansminimum van de burger te respecteren. Feitelijk wordt het probleem verlegd naar de private schuldeiser die wel fatsoenlijk incasseert.
Daarbij kent de overheid als schuldeiser vele gedaanten. De Belastingdienst, de Dienst Toeslagen, CJIB, DUO, CAK, gemeenten en waterschappen doen allemaal afzonderlijk een greep in de portemonnee van de burger. Alle plannen voor de clustering van de Rijksincasso ten spijt leidt de versnippering van de invordering tot schrijnende problemen bij burgers en private ondernemers. Aansluiting op reeds bestaande informatiesystemen om dat te voorkomen (VISH, DBR) wordt eindeloos uitgesteld.
De overheidsinvordering die in de toeslagenaffaire gehanteerd is, kan niet als een exces worden beschouwd. Daar heeft de Nationale Ombudsman in de afgelopen jaren al verschillende kritische rapporten over gepubliceerd. De overheid heeft voor zichzelf preferentie en invorderingsprivileges gereserveerd die onzorgvuldig en ongecoördineerd worden gebruikt door verschillende overheidsschuldeisers. Waardoor de schuldenaar onmogelijk aan andere lopende verplichtingen kan blijven voldoen en de rekening de facto wordt doorgeschoven naar private ondernemers.
Vier CM-brancheorganisaties vragen aandacht voor de positie van de schuldeiser
KBvG, NVI, VCMB en VVCM hebben gezamenlijk twee (opvolgende) webinars georganiseerd om het brede veld van schuldeisers en incassodienstverleners te mobiliseren en bekendheid te geven aan de problematiek. In het eerste webinar zijn de problematiek en de (economische) effecten van de maatregelen gepresenteerd, in combinatie met een oproep aan het Ministerie van EZ om tegenwicht te bieden aan de ontwaarding van de positie van de schuldeiser. Het tweede webinar concentreerde zich op de ontwikkeling van een rijksincassovisie op invordering. Daarbij kwamen de bovenmatige preferentie en invorderingsmaatregelen van de overheid aan de orde die private schuldeisers – en burgers – onredelijk benadelen. Dat is extra actueel in de situatie dat bedrijven die door de pandemie geen toekomst meer hebben, hun leveranciers in acute problemen brengen als de fiscus alle resterende middelen confisqueert en er weinig tot niets meer te verdelen valt.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de (demissionaire) bewindslieden wordt gevraagd om een actieve rol te kiezen om de erosie van de positie van de schuldeiser te stoppen. Dit in het belang van de continuïteit en betrouwbaarheid van het economisch verkeer. De verwachte economische gevolgen van de pandemie noodzaken EZ om maatregelen te nemen die voorkomen dat, wanneer de overheidsinvordering weer onverkort wordt ingezet, hele ketens van bedrijven en leveranciers elkaar in betalingsonmacht brengen. Met alle ongewenste gevolgen voor de werkgelegenheid van dien. We informeren de andere bij dit onderwerp betrokken Ministeries van Financiën, SZW en Justitie om ervoor te zorgen dat de positie van de schuldeiser beleidsmatig op de agenda wordt gezet en er een stabiele beleidslijn ontstaat die richtinggevend is voor de nieuwe leden van de vaste Kamercommissies.
Elf kansen voor een rechtvaardig schuldenbeleid
Tijdens de webinars zijn de vier CM-brancheverenigingen met elkaar in gesprek gegaan over maatregelen en oplossingen die de positie van de schuldeiser verbeteren en de preferentie van de overheid bij invordering beperken. Omdat de webinars in Leusden werden opgenomen, is gekozen voor de titel ‘Pact van Leusden’ voor de aanbevelingen van de brancheverenigingen. Hierin staan elf kansen voor een rechtvaardig schuldenbeleid. Naast deze praktische oplossingen is het Pact van Leusden een dringend advies aan de overheid en de ketenpartners om gebruik te maken van de kennis en ervaring van professionele credit managers en creditmanagementbedrijven, om samen de schuldenproblematiek te lijf te gaan met respect voor alle betrokken partijen. Op pagina 31 leest u hierover meer. In deze editie van De Credit Manager is ook een verslag van de webinars opgenomen.
Toelichting “elf kansen voor een rechtvaardig schuldenbeleid”